Bewegend leren in het basisonderwijs

 Bewegend leren in het basisonderwijs: een effectieve manier om kinderen te stimuleren

Bewegend leren, ook wel bekend als kinesthetisch leren, is een leermethode waarbij kinderen actief betrokken zijn bij het leerproces door middel van beweging en fysieke activiteit. Deze methode heeft de laatste jaren veel aandacht gekregen in het basisonderwijs en wordt gezien als een effectieve manier om kinderen te stimuleren en te motiveren.

Waarom is bewegend leren belangrijk?
Kinderen hebben van nature de neiging om te bewegen en zijn van nature nieuwsgierig. Bewegend leren combineert deze natuurlijke eigenschappen met het leerproces, waardoor kinderen actief betrokken zijn bij het leren en informatie beter onthouden. Daarnaast kan bewegend leren bijdragen aan een betere concentratie, motorische vaardigheden en sociale interactie.

Onderzoeksresultaten
Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat bewegend leren positieve effecten kan hebben op de leerprestaties van kinderen. Een onderzoek uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam heeft aangetoond dat bewegend leren kan bijdragen aan een verbeterde rekenprestatie en het probleemoplossend vermogen van kinderen in het basisonderwijs. Een ander onderzoek van de Radboud Universiteit toonde aan dat bewegend leren kan leiden tot een verbeterde aandacht, concentratie en geheugen van kinderen.

Hoe kan bewegend leren worden geïntegreerd in het lesprogramma?
Er zijn verschillende manieren waarop bewegend leren kan worden geïntegreerd in het lesprogramma van basisscholen. Hieronder volgen enkele voorbeelden:

1. Bewegingstussendoortjes: Scholen kunnen korte bewegingsactiviteiten integreren in het lesprogramma, zoals dansen, springen of strekken, om kinderen te helpen ontspannen en energieker te worden.

2. Kinesthetische leermiddelen: Scholen kunnen gebruik maken van kinesthetische leermiddelen, zoals educatieve spellen en bewegingspuzzels, om kinderen actief betrokken te houden bij het leerproces.

3. Actieve leeractiviteiten: Scholen kunnen leeractiviteiten organiseren waarbij kinderen moeten bewegen, zoals het maken van een fysieke kaart van het menselijk lichaam of het uitbeelden van historische gebeurtenissen.

4. Buitenlessen: Scholen kunnen lessen buiten het klaslokaal organiseren, zoals natuurwandelingen of tuinieren, om kinderen te stimuleren om actief te zijn en hun omgeving te ontdekken.

Conclusie
Bewegend leren is een effectieve manier om kinderen te stimuleren en te motiveren in het basisonderwijs. Het kan bijdragen aan een verbeterde concentratie, motorische vaardigheden en sociale interactie van kinderen. Basisscholen kunnen bewegend leren integreren in het lesprogramma door middel van bewegingstussendoortjes, kinesthetische leermiddelen, actieve leeractiviteiten en buitenlessen